Op zondag 12 juni stond ik samen met ploegmaat Bert Van Bogaert aan de start van het BK sprinttriatlon in het West Vlaamse Gullegem. Voor mij een interessante wedstrijd om eens te kijken hoe ver ik sta tegenover de echte toppers. Het vertrouwen was alvast goed nadat ik de dag voordien gewonnen had in Weert. Vanwege het vroege startuur had ik vooralsnog wel maar weinig zin in de race. Gelukkig veranderde dat toen ik aan de startlijn stond!
Het zwemmen is in zo’n topwedstrijd altijd meer een robbertje vechten dan effectief zwemmen. Als ik na de vele slagen en schoppen dan toch eens de kans had om te zwemmen dan voelde dit wel soepel aan. Toen ik op minder dan 200 meter voor het einde dan eindelijk eens ruimte had om te zwemmen kon ik dan ook atleten inhalen. Ik kwam zowaar zelfs bij het uiterste staartje van de kopgroep. Door een slechte wissel verzeilde ik tijdens het fietsen jammer genoeg in de tweede groep. Onze kansen om terug te komen waren zo al miniem maar er werd ook niet samengewerkt dus konden we het helemaal vergeten.
We konden nog wel enkele atleten oprapen waarvoor de kopgroep te snel ging. Zo kwam ik na het fietsen ongeveer als 25ste van de fiets. Mijn wissel was deze keer wel supersnel en ik begon als een razende te lopen. Ik voelde me nog fris en dacht in het lopen nog enkele plaatsen goed te maken. Jammer genoeg kreeg ik na iets meer dan een kilometer af te rekenen met krampen. Hierdoor moest ik mijn tempo drastisch laten zakken. Aankomen was nu de boodschap.Teleurgesteld omdat ik mijn verbeterde loopniveau niet kon etaleren kwam ik als 31ste over de meet.
Enkele minuten na de race was de ontgoocheling alweer weg. Al bij al was dit geen slechte race voor mij. Gewoonlijk ga ik op grote races ten onder aan de druk maar vandaag leverde ik geen slechte wedstrijd. Het lopen kan nog veel harder, wat ik dit jaar ook al heb laten zien! Daarnaast blijft het jammer dat ik me telkens opnieuw laat wegzetten bij de zwemstart. Deze werkpunten nemen we echter mee om tijdens de volgende grote afspraak gewoon opnieuw te proberen!
Het zwemmen is in zo’n topwedstrijd altijd meer een robbertje vechten dan effectief zwemmen. Als ik na de vele slagen en schoppen dan toch eens de kans had om te zwemmen dan voelde dit wel soepel aan. Toen ik op minder dan 200 meter voor het einde dan eindelijk eens ruimte had om te zwemmen kon ik dan ook atleten inhalen. Ik kwam zowaar zelfs bij het uiterste staartje van de kopgroep. Door een slechte wissel verzeilde ik tijdens het fietsen jammer genoeg in de tweede groep. Onze kansen om terug te komen waren zo al miniem maar er werd ook niet samengewerkt dus konden we het helemaal vergeten.
We konden nog wel enkele atleten oprapen waarvoor de kopgroep te snel ging. Zo kwam ik na het fietsen ongeveer als 25ste van de fiets. Mijn wissel was deze keer wel supersnel en ik begon als een razende te lopen. Ik voelde me nog fris en dacht in het lopen nog enkele plaatsen goed te maken. Jammer genoeg kreeg ik na iets meer dan een kilometer af te rekenen met krampen. Hierdoor moest ik mijn tempo drastisch laten zakken. Aankomen was nu de boodschap.Teleurgesteld omdat ik mijn verbeterde loopniveau niet kon etaleren kwam ik als 31ste over de meet.
Enkele minuten na de race was de ontgoocheling alweer weg. Al bij al was dit geen slechte race voor mij. Gewoonlijk ga ik op grote races ten onder aan de druk maar vandaag leverde ik geen slechte wedstrijd. Het lopen kan nog veel harder, wat ik dit jaar ook al heb laten zien! Daarnaast blijft het jammer dat ik me telkens opnieuw laat wegzetten bij de zwemstart. Deze werkpunten nemen we echter mee om tijdens de volgende grote afspraak gewoon opnieuw te proberen!