Tijdens de eerste maanden van 2017 heb ik relatief weinig wedstrijden afgewerkt. Ondertussen zijn we april en ik moet toch zeggen dat het nu wat meer begint te kriebelen, het weer wordt beter en het blijft langer licht ’s avonds, voor mij een extra motivatie om te trainen. De trainingen gaan ook terug naar behoren en mijn kwaaltjes zijn achterwege. Mijn lopen en zwemmen staan ongeveer op hetzelfde niveau als vorig jaar maar mijn fietsen is gevoelig verbetert deze winter. Althans zo was mijn gevoel op training, hoog tijd om dit op een wedstrijd te testen.
Zo kwam het dat ik op 1 april naar Geel trok voor de LTF duathlon. Aan de hoofdwedstrijd van de dag , de Run Bike Run series (een Nederlands regelmatigheidscriterium voor duatlon vergelijkbaar met onze T3 series voor triatlon) , kon ik niet deelnemen vanwege niet lid van een team dat de start neemt in deze competitie. Jammer want ik hoor (naar mijn bescheiden mening) thuis op deze topwedstrijden. Langs de andere kant: op deze korte explosieve races zal ik in een goede dag net de top 20 halen.
Gelukkig was er voor de RBR series ook nog een ‘gewone’ duathlon waar ik me naar alle waarschijnlijkheid wel zou kunnen onderscheiden (lees: ik wou winnen). Toen het startschot weerklonk voelde ik echter niet zo’n prettige sensaties in mijn betonnen kuiten. De benen wilden niet mee en explodeerden zowat bij de razende openingsfase. Ik moest dan ook passen en kon de kopgroep niet volgen. Meteen stond Larsson weer met zijn voetjes op grond. Als 10de dook ik te wissel in na een ronduit slechte eerste loopproef van 2.5 km.
Ik besloot om mijn hoofd niet te laten hangen en er ondanks mijn overduidelijk mindere dag er toch het beste van te maken. Op de fiets begon ik zonder omkijken meteen te achtervolgen. Het gat met de kopgroep was zo’n 20 seconden en ik zag mezelf dichter komen. Met de wind op de kop kon ik een tempo van boven de 40 kilometer per uur blijven handhaven. ‘’zie je nu wel dat mijn fietsen beter is geworden’’ sprak ik mezelf moed in. Uiteindelijk kreeg ik steun van enkele achtervolgers en zo konden we in de laatste ronde vlak voor de wissel terug aansluiting vinden bij de kopgroep. Na een oersterke (al zeg ik het zelf) fietsbeurt van Larsson.
Na de 20 km fietsen kon ik nu aan de afsluitende loopproef van 5km beginnen. Ik had een superwissel en vond mezelf meteen terug in het spoor van drie leiders. Ik zag rondom mij mensen uit de oorspronkelijke kopgroep parkeren terwijl ikzelf vlot meekon met de kop. Dit bewijst nog maar eens mijn stelling dat ik een ongelofelijke diesel ben, ik liep nu zelfs een sneller tempo dan tijdens de eerste korte loopproef. Het was echter niet allemaal rozengeur en maneschijn want mijn loopbenen waren nog steeds zeer slecht. Ik kon enkel volgen op karakter en door het feit dat ik nu éénmaal goed kan lopen. Toch moest ik na 3km passen toen de latere winnaar een versnelling plaatste. Er zat echt geen enkele versnelling op mijn lopen vandaag. Zo zag ik het podium van me weglopen. De 4de plaats wist ik nog wel te behouden. En ik moet bekennen: het zat er gewoon niet in vandaag. De anderen waren beter en zij hebben dat sterk gedaan, dat is sport.
Toch neem ik twee positieve punten mee na deze race. Ten eerste ben ik trots op mezelf dat ik heb doorgezet op een slechte dag met de bedoeling er het beste van de maken, er zijn wedstrijden geweest waar ik in dat geval helemaal mijn hoofd laat hangen. Ten tweede ben ik zéér tevreden over mijn verbeterde fietsniveau. Laat die triatlons maar komen zeg ik dan!
Zo kwam het dat ik op 1 april naar Geel trok voor de LTF duathlon. Aan de hoofdwedstrijd van de dag , de Run Bike Run series (een Nederlands regelmatigheidscriterium voor duatlon vergelijkbaar met onze T3 series voor triatlon) , kon ik niet deelnemen vanwege niet lid van een team dat de start neemt in deze competitie. Jammer want ik hoor (naar mijn bescheiden mening) thuis op deze topwedstrijden. Langs de andere kant: op deze korte explosieve races zal ik in een goede dag net de top 20 halen.
Gelukkig was er voor de RBR series ook nog een ‘gewone’ duathlon waar ik me naar alle waarschijnlijkheid wel zou kunnen onderscheiden (lees: ik wou winnen). Toen het startschot weerklonk voelde ik echter niet zo’n prettige sensaties in mijn betonnen kuiten. De benen wilden niet mee en explodeerden zowat bij de razende openingsfase. Ik moest dan ook passen en kon de kopgroep niet volgen. Meteen stond Larsson weer met zijn voetjes op grond. Als 10de dook ik te wissel in na een ronduit slechte eerste loopproef van 2.5 km.
Ik besloot om mijn hoofd niet te laten hangen en er ondanks mijn overduidelijk mindere dag er toch het beste van te maken. Op de fiets begon ik zonder omkijken meteen te achtervolgen. Het gat met de kopgroep was zo’n 20 seconden en ik zag mezelf dichter komen. Met de wind op de kop kon ik een tempo van boven de 40 kilometer per uur blijven handhaven. ‘’zie je nu wel dat mijn fietsen beter is geworden’’ sprak ik mezelf moed in. Uiteindelijk kreeg ik steun van enkele achtervolgers en zo konden we in de laatste ronde vlak voor de wissel terug aansluiting vinden bij de kopgroep. Na een oersterke (al zeg ik het zelf) fietsbeurt van Larsson.
Na de 20 km fietsen kon ik nu aan de afsluitende loopproef van 5km beginnen. Ik had een superwissel en vond mezelf meteen terug in het spoor van drie leiders. Ik zag rondom mij mensen uit de oorspronkelijke kopgroep parkeren terwijl ikzelf vlot meekon met de kop. Dit bewijst nog maar eens mijn stelling dat ik een ongelofelijke diesel ben, ik liep nu zelfs een sneller tempo dan tijdens de eerste korte loopproef. Het was echter niet allemaal rozengeur en maneschijn want mijn loopbenen waren nog steeds zeer slecht. Ik kon enkel volgen op karakter en door het feit dat ik nu éénmaal goed kan lopen. Toch moest ik na 3km passen toen de latere winnaar een versnelling plaatste. Er zat echt geen enkele versnelling op mijn lopen vandaag. Zo zag ik het podium van me weglopen. De 4de plaats wist ik nog wel te behouden. En ik moet bekennen: het zat er gewoon niet in vandaag. De anderen waren beter en zij hebben dat sterk gedaan, dat is sport.
Toch neem ik twee positieve punten mee na deze race. Ten eerste ben ik trots op mezelf dat ik heb doorgezet op een slechte dag met de bedoeling er het beste van de maken, er zijn wedstrijden geweest waar ik in dat geval helemaal mijn hoofd laat hangen. Ten tweede ben ik zéér tevreden over mijn verbeterde fietsniveau. Laat die triatlons maar komen zeg ik dan!