Na mijn debuut op de halve triatlon een kleine maand geleden werd de Hageland Powertriatlon de volgende wedstrijd in mijn voorbereiding richting Ironman Barcelona. Deze keer geen halve triatlon maar een race over de minder gangbare 1/3de afstand: 2km zwemmen , 60km fietsen, 15km lopen. De inspanning zou er echter niet minder om zijn want de powertriatlon is berucht omwille van het zware fiets- en loopparcours over de heuvels in en rond Aarschot. De lengte en hoogte van de beklimmingen mag dan minder zijn dan in de Ardennen maar de stijgingspercentages lopen toch wel hoog op.
Maar eerst kwam uiteraard het zwemonderdeel. Dit ging door in het meer van Rotselaar. Bij de start bevond ik me in het gebruikelijke gevecht. Ik was de eerste meters dan ook slecht weg en bevond me slechts rond 30ste positie. Gelukkig kon ik opschuiven langs de buitenkant en zo bevond ik me na 400 meter reeds op mijn gebruikelijke plek, namelijk de eerste achtervolgende groep. Topfavoriet Tom Suetens was samen met Pamphiel Pareyn de pijp al uit. Zij zouden in dezelfde volgorde ook één en twee worden aan de aankomst. Enkele meters voor mijn groepje zwommen dan ook nog Nelis Pex en Sybren Baelde. Ik probeerde in de laatste zwemronde nog naar deze twee te zwemmen maar het gat was te groot. Als 5de klom ik dus aan wal na bijna 32 minuten zwemmen (wat me doet besluiten dat het zwemonderdeel wel een stuk langer was dan 2km).
Ik wisselde rustig en nam mijn tijd om klaar te zijn voor het uitdagende fietsparcours. De eerste 10 km van het fietsen waren vlak en ik kon voor de eerste keer dit jaar de grote versnelling blijven ronddraaien. Op de 53x13 reed ik aan 44-45 km/u richting Nelis Pex, die toch een kleine minuut voor mij uit het water was gekomen. Sybren Baelde reed blijkbaar nog harder want hem zou ik niet meer zien, hij zou aan de aankomst het podium dan ook volledig maken. Ik en Pex werden ook nog ingehaald door fietskanon Bert Verbeke, die een stukje te snel ging voor mij om een poging te wagen aan te pikken. Achter hem gaapte vervolgens de grote leegte. In de verste verte was er niemand meer te zien.
Na deze aanloopstrook begon het zware werk pas echt, drie lokale ronden rond Aarschot met de reeds vermelde stevige heuvels. Bergop voelde ik me de betere van mijn fietsgezel Pex maar op de tussenstukken was hij net iets beter. We besloten daarop om samen te blijven. Zelfs in een niet stayer wedstrijd kan samenwerken toch een miniem voordeel bieden. Na een dertigtal kilometer kregen we dan eindelijk gezelschap. Een groep van een aantal sterke fietsers viel ons op de nek. Ik voelde me (vooral bergop) in mijn sas en wou dan ook een poging doen om mee te gaan. Maar dat was buiten de jury op de motor gerekend..
Zoals iedereen weet moet men bij een niet stayer wedstrijd 10 meter afstand houden met de voorligger. Wat ik ook steeds probeer te doen want ik ben voorstander van een eerlijke sport. Op beklimmingen kan men echter niet vermijden dat ‘de accordeon’ zich samenvouwt. Zoals ook gebeurde toen die groep ons inhaalde. Ik was me hiervan bewust en hield me zelfs in om niet te dicht op het achterwiel van mijn voorligger te rijden. Toch vond de jury het nodig om me te berispen voor stayeren. Ik reed als laatste van de groep en zo was het natuurlijk makkelijk om naast mij te komen rijden. Toch keek ik naar hun met steile verbazing. De fietsers voor mij reden namelijk nog twee keer zo dicht als ik op dat moment, wat ik zou klasseren onder grof stayergedrag. Ik zei dat ook tegen de jury met de woorden: ‘kijk eens voor u man, hoe noem je dat dan?’. Waarop ze reageerden dat als ik nog veel mijn mond opendeed ik zeker een kaart zou krijgen. Dus bleef die motor naast mij rijden tot ik effectief mijn benen stilhield en de groep opzettelijk liet wegrijden, toen was het goed voor hen. Ondertussen stayerde de groep in kwestie er lustig op voort.
Nogmaals ik ben absoluut voorstander van een eerlijk wedstrijdverloop maar als ze voor mij dichter rijden ga ik niet als een idioot als enige van de groep wel de regels volgen. Dat de jury er vervolgens een iemand uitkiest om tegen te klagen stoort me dan enorm. Als ze mij berispen moest men dat zeker ook gedaan hebben voor alle andere fietsers in die groep. Consequent zijn noemt men zoiets. Enfin ik heb uiteindelijk geen kaart gekregen en dat is dan ook nog wel positief. Zo kon ik mijn weg verderzetten samen met mijn eeuwige gezel Pex. In de laatste fietsronde viel ik hem nog aan op de heuveltjes omdat ik voelde dat ik sneller bergop kon en als ik nog wat tijd op hem kon nemen kon me dat plaatswinst opleveren aan de aankomst aangezien Pex en ik een vergelijkbaar loopniveau hebben.
Ik slaagde er in om hem nog los te rijden en zo wisselde ik als 10de na het fietsen. Ik had de 20ste fietstijd gereden wat voor mij een redelijk goede fietsproef betekende aangezien ik het meeste werk alleen heb gedaan. Plaats 9 liep niet ver voor mij en aangezien dat lopen mijn beste onderdeel is werd ik al licht euforisch bij de gedachte dat een top 10 in de Hageland Powertriatlon straks wel eens een kleine doorbraak kon betekenen voor mij. Helaas liep dat even anders, uitgerekend in mijn beste onderdeel kwam ik de man met de hamer tegen. Mijn kuiten voelden zwaar en pijnlijk aan. Meer dan trainingstempo lopen zat er helaas niet in. Het hoofd wou nog maar de benen protesteerden. Vanaf dat moment werd het mijn missie om gewoon uit te lopen. Een 17de plaats werd zo mijn deel.
Uiteraard bleef ik met gemengde gevoelens achter na de wedstrijd. Teleurgesteld omdat een bijna zekere top 10 uit mijn handen glipt maar blij omdat het fietsen eindelijk eens goed verliep. Zo gaan mijn wedstrijden dit jaar, één of twee deeldisciplines die goed gaan maar nooit alle drie. Uiteindelijk is dit ook mijn eerste jaar dat ik echt focus op lange afstand races en betaal ik hiervoor uiteraard leergeld. Natuurlijk moet ik ook vaststellen dat ik qua uitslag het ook met minder moet stellen dan in sprint – en kwartriatlons. Een 17de plaats (Aarschot) en een 20ste plaats (Brasschaat) zijn wat anders dan de mooie ereplaatsen die ik meestal behaal in kortere wedstrijden. Ik bekijk het echter op lange termijn en als ik goed blijf trainen dan komt de dag dat alles op zijn plek valt bij elk van de drie onderdelen er zeker aan!
Maar eerst kwam uiteraard het zwemonderdeel. Dit ging door in het meer van Rotselaar. Bij de start bevond ik me in het gebruikelijke gevecht. Ik was de eerste meters dan ook slecht weg en bevond me slechts rond 30ste positie. Gelukkig kon ik opschuiven langs de buitenkant en zo bevond ik me na 400 meter reeds op mijn gebruikelijke plek, namelijk de eerste achtervolgende groep. Topfavoriet Tom Suetens was samen met Pamphiel Pareyn de pijp al uit. Zij zouden in dezelfde volgorde ook één en twee worden aan de aankomst. Enkele meters voor mijn groepje zwommen dan ook nog Nelis Pex en Sybren Baelde. Ik probeerde in de laatste zwemronde nog naar deze twee te zwemmen maar het gat was te groot. Als 5de klom ik dus aan wal na bijna 32 minuten zwemmen (wat me doet besluiten dat het zwemonderdeel wel een stuk langer was dan 2km).
Ik wisselde rustig en nam mijn tijd om klaar te zijn voor het uitdagende fietsparcours. De eerste 10 km van het fietsen waren vlak en ik kon voor de eerste keer dit jaar de grote versnelling blijven ronddraaien. Op de 53x13 reed ik aan 44-45 km/u richting Nelis Pex, die toch een kleine minuut voor mij uit het water was gekomen. Sybren Baelde reed blijkbaar nog harder want hem zou ik niet meer zien, hij zou aan de aankomst het podium dan ook volledig maken. Ik en Pex werden ook nog ingehaald door fietskanon Bert Verbeke, die een stukje te snel ging voor mij om een poging te wagen aan te pikken. Achter hem gaapte vervolgens de grote leegte. In de verste verte was er niemand meer te zien.
Na deze aanloopstrook begon het zware werk pas echt, drie lokale ronden rond Aarschot met de reeds vermelde stevige heuvels. Bergop voelde ik me de betere van mijn fietsgezel Pex maar op de tussenstukken was hij net iets beter. We besloten daarop om samen te blijven. Zelfs in een niet stayer wedstrijd kan samenwerken toch een miniem voordeel bieden. Na een dertigtal kilometer kregen we dan eindelijk gezelschap. Een groep van een aantal sterke fietsers viel ons op de nek. Ik voelde me (vooral bergop) in mijn sas en wou dan ook een poging doen om mee te gaan. Maar dat was buiten de jury op de motor gerekend..
Zoals iedereen weet moet men bij een niet stayer wedstrijd 10 meter afstand houden met de voorligger. Wat ik ook steeds probeer te doen want ik ben voorstander van een eerlijke sport. Op beklimmingen kan men echter niet vermijden dat ‘de accordeon’ zich samenvouwt. Zoals ook gebeurde toen die groep ons inhaalde. Ik was me hiervan bewust en hield me zelfs in om niet te dicht op het achterwiel van mijn voorligger te rijden. Toch vond de jury het nodig om me te berispen voor stayeren. Ik reed als laatste van de groep en zo was het natuurlijk makkelijk om naast mij te komen rijden. Toch keek ik naar hun met steile verbazing. De fietsers voor mij reden namelijk nog twee keer zo dicht als ik op dat moment, wat ik zou klasseren onder grof stayergedrag. Ik zei dat ook tegen de jury met de woorden: ‘kijk eens voor u man, hoe noem je dat dan?’. Waarop ze reageerden dat als ik nog veel mijn mond opendeed ik zeker een kaart zou krijgen. Dus bleef die motor naast mij rijden tot ik effectief mijn benen stilhield en de groep opzettelijk liet wegrijden, toen was het goed voor hen. Ondertussen stayerde de groep in kwestie er lustig op voort.
Nogmaals ik ben absoluut voorstander van een eerlijk wedstrijdverloop maar als ze voor mij dichter rijden ga ik niet als een idioot als enige van de groep wel de regels volgen. Dat de jury er vervolgens een iemand uitkiest om tegen te klagen stoort me dan enorm. Als ze mij berispen moest men dat zeker ook gedaan hebben voor alle andere fietsers in die groep. Consequent zijn noemt men zoiets. Enfin ik heb uiteindelijk geen kaart gekregen en dat is dan ook nog wel positief. Zo kon ik mijn weg verderzetten samen met mijn eeuwige gezel Pex. In de laatste fietsronde viel ik hem nog aan op de heuveltjes omdat ik voelde dat ik sneller bergop kon en als ik nog wat tijd op hem kon nemen kon me dat plaatswinst opleveren aan de aankomst aangezien Pex en ik een vergelijkbaar loopniveau hebben.
Ik slaagde er in om hem nog los te rijden en zo wisselde ik als 10de na het fietsen. Ik had de 20ste fietstijd gereden wat voor mij een redelijk goede fietsproef betekende aangezien ik het meeste werk alleen heb gedaan. Plaats 9 liep niet ver voor mij en aangezien dat lopen mijn beste onderdeel is werd ik al licht euforisch bij de gedachte dat een top 10 in de Hageland Powertriatlon straks wel eens een kleine doorbraak kon betekenen voor mij. Helaas liep dat even anders, uitgerekend in mijn beste onderdeel kwam ik de man met de hamer tegen. Mijn kuiten voelden zwaar en pijnlijk aan. Meer dan trainingstempo lopen zat er helaas niet in. Het hoofd wou nog maar de benen protesteerden. Vanaf dat moment werd het mijn missie om gewoon uit te lopen. Een 17de plaats werd zo mijn deel.
Uiteraard bleef ik met gemengde gevoelens achter na de wedstrijd. Teleurgesteld omdat een bijna zekere top 10 uit mijn handen glipt maar blij omdat het fietsen eindelijk eens goed verliep. Zo gaan mijn wedstrijden dit jaar, één of twee deeldisciplines die goed gaan maar nooit alle drie. Uiteindelijk is dit ook mijn eerste jaar dat ik echt focus op lange afstand races en betaal ik hiervoor uiteraard leergeld. Natuurlijk moet ik ook vaststellen dat ik qua uitslag het ook met minder moet stellen dan in sprint – en kwartriatlons. Een 17de plaats (Aarschot) en een 20ste plaats (Brasschaat) zijn wat anders dan de mooie ereplaatsen die ik meestal behaal in kortere wedstrijden. Ik bekijk het echter op lange termijn en als ik goed blijf trainen dan komt de dag dat alles op zijn plek valt bij elk van de drie onderdelen er zeker aan!